Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.4:32.4.4 Overeenkomsten tot verdeling van kosten voor gemene rekening
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/32.4.4
32.4.4 Overeenkomsten tot verdeling van kosten voor gemene rekening
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS371765:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het leerstuk “kosten voor gemene rekening” is een nationaal leerstuk in de btw, op grond waarvan kostendoorberekeningen tussen afzonderlijke belastingplichtigen geacht worden niet de vergoeding te vormen voor belastbare handelingen (de kostendoorberekening geeft dan geen aanleiding tot heffing van btw). Van kosten voor gemene rekening is sprake, indien een ondernemer kosten maakt ten behoeve van verschillende ondernemers, die in eerste instantie door een van hen worden betaald en indien die voor het werkelijke bedrag volgens een tevoren vaststaande verdeelsleutel over de bedoelde ondernemers worden omgeslagen, terwijl het risico van die kosten alle deelnemers volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat.
Met betrekking tot het leerstuk van kosten voor gemene rekening luidt de hoofdvraag of de betaling, die volgt op een kostendoorbelasting, ook naar Europees recht geen vergoeding voor een prestatie vormt.
In gevallen waarin een penvoerder kosten van derden (externe kosten) doorbelast, lijkt toepassing van het leerstuk vanuit een Europeesrechtelijke optiek onjuist. De commissionairsfictie verhindert de toepassing van het leerstuk in die situaties. In gevallen waarin een penvoerder interne kosten (zoals personeelskosten) doorbelast, dringt de gedachte zich wellicht op, dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de kostenvergoedingen (betalingen) en de daar tegenoverstaande handelingen, indien aan de voorwaarden van het leerstuk is voldaan. Ik meen echter, dat er in het geval van kosten voor gemene rekening, juist wél een rechtstreeks verband aanwezig is. Het leerstuk van kosten voor gemene rekening past niet goed in het huidige positieve recht. Noch de Btw-richtlijn, noch de Wet OB, noch de jurisprudentie voorziet in een systematiek, waarin het leerstuk als zodanig kan worden ingebed. Toepassing van het leerstuk leidt tot een inbreuk op het algemene karakter van de btw. Slechts in die gevallen, waarin partijen zo nauw met elkaar verstrengeld zijn, dat het niet doenlijk is de handelingen, die zij over en weer verrichten als afzonderlijke diensten te onderscheiden, kan mogelijk volgehouden worden, dat ook vanuit een Europees-rechtelijke optiek heffing achterwege moet blijven. De onbelastbaarheid is dan gestoeld op het ontbreken van een waarneembare rechtstbetrekking en op het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen de prestatie en de vergoeding en niet zozeer op het leerstuk van kosten voor gemene rekening als zodanig. Het komt mij voor, dat aan de eisen, die de Hoge Raad aan onbelastbaarheid heeft gesteld, in gevallen van nauwe verstrengeling geen belang toe dient te komen.