Einde inhoudsopgave
Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 10 Kennisgeving van afwijzing aan de Raad en betrokkenheid van Eurojust
Geldend
Geldend vanaf 05-10-2005
- Bronpublicatie:
16-10-2001, Trb. 2001, 187 (uitgifte: 26-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-10-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2005, Trb. 2005, 294 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Indien een verzoek wordt afgewezen op grond van:
- —
artikel 2, onder b, van het Europees Rechtshulpverdrag of artikel 22, lid 2, onder b, van het Beneluxverdrag, of
- —
artikel 51 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst of artikel 5 van het Europees Rechtshulpverdrag, of
- —
artikel 1, lid 5, of artikel 2, lid 4, van dit protocol,
en de verzoekende lidstaat zijn verzoek handhaaft, en er geen oplossing kan worden gevonden, wordt de met redenen omklede beslissing tot afwijzing door de aangezochte lidstaat ter kennisgeving toegezonden aan de Raad, ter mogelijke evaluatie van het functioneren van de justitiële samenwerking tussen de lidstaten.
2.
De bevoegde autoriteiten van de verzoekende lidstaat kunnen, zodra Eurojust is opgericht, problemen bij de uitvoering van een verzoek die verband houden met de in lid 1 genoemde bepalingen aan Eurojust meedelen, met het oog op een mogelijke praktische oplossing, overeenkomstig de bepalingen van het instrument tot oprichting van Eurojust.