Einde inhoudsopgave
Protocol vastgesteld door de Raad overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
Artikel 16 Inwerkingtreding voor IJsland en Noorwegen
Geldend
Geldend vanaf 05-10-2005
- Bronpublicatie:
16-10-2001, Trb. 2001, 187 (uitgifte: 26-11-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-10-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2005, Trb. 2005, 294 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de associatieovereenkomst, en nadat aan hun grondwettelijke verplichtingen is voldaan treedt de in artikel 15 bedoelde bepaling voor IJsland en Noorwegen in hun wederzijdse betrekkingen met iedere lidstaat waarvoor dit protocol op grond van artikel 13, lid 3 of lid 4, reeds in werking is getreden, in werking 90 dagen na de ontvangst door de Raad en de Commissie van de in artikel 8, lid 2, van de associatieovereenkomst bedoelde mededeling.
2.
Door de inwerkingtreding van dit protocol voor een lidstaat na de datum van inwerkingtreding van de in artikel 15 bedoelde bepaling voor IJsland en Noorwegen wordt die bepaling eveneens van toepassing in de wederzijdse betrekkingen tussen die lidstaat en IJsland en Noorwegen.
3.
De in artikel 15 bedoelde bepaling is in geen geval bindend voor IJsland en Noorwegen vóór de inwerkingtreding van de bepalingen van artikel 2, lid 1, van de Overeenkomst van 2000 ten aanzien van deze twee staten.
4.
Onverminderd de leden 1, 2 en 3 treedt de in artikel 15 bedoelde bepaling voor IJsland en Noorwegen uiterlijk in werking op de dag van inwerkingtreding van dit protocol ten aanzien van de vijftiende staat die lid is van de Europese Unie, ten tijde van de aanneming door de Raad van de Akte tot vaststelling van dit protocol.