Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/232
Opzettelijk vervoeren van cocaïne en heroïne in auto van verdachte, art. 2 onder B Opiumwet. Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat verdovende middelen zich in machtssfeer verdachte bevonden en dat verdachte wetenschap had van in zijn auto verborgen verdovende middelen, in het licht van ’s hofs vaststelling dat verdachte t.t.v. aanhouding op bijrijdersstoel zat terwijl verdovende middelen zich naast bestuurder onder een eenvoudig te verwijderen paneel bevonden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 07-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:16
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/04874
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:16, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2022
Essentie
Opzettelijk vervoeren van cocaïne en heroïne in auto van verdachte, art. 2 onder B Opiumwet. Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat verdovende middelen zich in machtssfeer verdachte bevonden en dat verdachte wetenschap had van in zijn auto verborgen verdovende middelen, in het licht van ’s hofs vaststelling dat verdachte t.t.v. aanhouding op bijrijdersstoel zat terwijl verdovende middelen zich naast bestuurder onder een eenvoudig te verwijderen paneel bevonden? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04874
Datum 7 februari 2023
ARREST
op het beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.