Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
4.8 Aannemelijk maken Nederlanderschap
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2014
- Bronpublicatie:
12-12-2013, Stcrt. 2013, 35898 (uitgifte: 30-12-2013, regelingnummer: WBV2013/28)
- Inwerkingtreding
06-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2013, Stcrt. 2013, 35898 (uitgifte: 30-12-2013, regelingnummer: WBV2013/28)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De ambtenaar belast met de grensbewaking is bevoegd een persoon die stelt Nederlander te zijn, te verplichten op grond van artikel 4.7 Vb om zijn Nederlanderschap aannemelijk te maken. De ambtenaar belast met de grensbewaking neemt contact op met de gemeente waar de persoon zegt te zijn ingeschreven met een adres in de BRP, om de nationaliteit vast te stellen.
De ambtenaar belast met de grensbewaking neemt de Nederlandse nationaliteit aan op grond van de Rwn (Stb. 1984, 628) of van de Toescheidingsovereenkomst Nederland-Suriname en in ieder geval op grond van de volgende documenten:
- •
een geldig Nederlands document voor grensoverschrijding;
- •
een Nederlands laissez-passer waarin de Nederlandse nationaliteit is vermeld;
- •
een recent bewijs van Nederlanderschap;
- •
een bewijs van naturalisatie tot Nederlander;
- •
een kennisgeving tot verkrijging van het Nederlanderschap.
Een vreemdeling op wie de wet van 9 september 1976 (Stb. 468) betreffende de positie van Molukkers van toepassing is, wordt als Nederlander behandeld en is geen vreemdeling in de zin van de Vw (zie ook artikel 1, aanhef en onder m, Vw).
Voor de verkrijging van een behandeling als Nederlander en een beschrijving van de bewijsmiddelen, waarmee Molukkers de behandeling als Nederlander moeten aantonen, wordt verwezen naar de Handleiding voor de toepassing van de Rwn.