Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
4.7 Garantstelling door derde
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
26-03-2013, Stcrt. 2013, 6442 (uitgifte: 28-03-2013, regelingnummer: WBV2013/4)
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2013, Stcrt. 2013, 6442 (uitgifte: 28-03-2013, regelingnummer: WBV2013/4)
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
In het geval dat de vreemdeling zelf niet over voldoende middelen van bestaan beschikt, verleent de ambtenaar belast met de grensbewaking de vreemdeling toegang wanneer een solvabele derde die in Nederland rechtmatig verblijf heeft zich garant stelt door ondertekening van een garantverklaring (zie bijlage 6a VV tot en met bijlage 6c VV/artikel 14, vierde lid, Visumcode).
De solvabele derde stelt zich garant voor de kosten die voor de staat of voor andere openbare lichamen uit het verblijf van de vreemdeling kunnen voortvloeien, en ook voor de kosten van de reis naar een plaats buiten Nederland waar de toelating van de vreemdeling is gewaarborgd. De ambtenaar belast met de grensbewaking merkt een derde aan als solvabel als de derde zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan. De begrippen zelfstandig, duurzaam en voldoende zijn nader uitgewerkt in artikel 3.73 Vb, artikel 3.75 Vb en artikel 3.74, eerste lid, onder a Vb en zijn overeenkomstig van toepassing op de verlening van een visum voor kort verblijf aan een vreemdeling.
In het geval dat een solvabele derde zich garant stelt voor meer dan één persoon, mag de ambtenaar belast met de grensbewaking aanvullende voorwaarden stellen. De ambtenaar belast met de grensbewaking mag verlangen dat de solvabele derde een bankgarantie ter hoogte van het lijnvluchttarief KLM en/of meerdere gescheiden garantverklaringen overlegt. De solvabele derde moet zelfstandig en duurzaam over voldoende middelen van bestaan beschikken voor elke aanvullend aangedragen vreemdeling voor wie de solvabele derde zich garant wil stellen.
De Minister van BuZa of de ambtenaar belast met de grensbewaking mag een aanvraag voor een visum kort verblijf afwijzen als een solvabele derde zich al eerder garant heeft gesteld voor een vreemdeling die een visum heeft aangevraagd en hij niet of onvoldoende aannemelijk maakt dat deze vreemdeling tijdig is teruggekeerd naar het land van herkomst of een land waar de toelating van de vreemdeling is gewaarborgd.