Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.3.2.2
8.3.2.2 Status quo bias
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS599059:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Deze bias is overigens gerelateerd aan de eerder besproken endowment effect en loss aversion. Zie Korobkin 1998, p. 625. Samuelson & Zeckhauser 1988, p. 35-36, wijzen er echter op dat het bij de status quo bias niet gaat om framing van winst of verlies, terwijl dat bij de andere biases wel zo is.
Zie o.a. het experiment van Samuelson & Zeckhauser 1988. Zie ook het literatuuroverzicht van Korobkin 1998, p. 625-630.
Zie nog meer praktijkvoorbeelden in Samuelson & Zeckhauser 1988, p. 10-11.
Korobkin 1998.
Dit terwijl afwijking in die gevallen maatschappelijk wenselijk kan zijn. Zie ook Van Bijnen 2004.
Als de scherpe regels worden voorzien van een plicht voor de rechter om af te wijken, dan is er voor de status quo bias überhaupt nog weinig tot geen ruimte.
De vorige subparagraaf ging over de economische, rationele prikkels die rechters krijgen om kostenconsequenties met terughoudendheid toe te passen. Er is echter ook een psychologische bias die kan meespelen bij de rechterlijke neiging om het liquidatietarief te volgen: de status quo bias.1Deze houdt in dat mensen een voorkeur hebben voor de situatie zoals die op dat moment is: bij een keuze tussen meerdere opties zullen ze systematisch eerder kiezen voor de optie die in hun perceptie overeenkomt met de status quo.2 Dit kan zich uiten in een scala van beslissingen, variërend van het herverkiezen van een zittende president tot de keuze voor hetzelfde broodbeleg als de dagen ervoor.3 Korobkin past de theorie toe op default rules (aanvullend recht) die in het contractenrecht worden toegepast zolang partijen daar niet contractueel van afwijken.4 In de praktijk weerhoudt de status quo bias partijen er vaak van om contractueel van de aanvullende rechtsregel af te wijken.5
Het liquidatietarief is een rule waarbij het voor de hand ligt dat die als de status quo wordt gezien. Deze is nauwkeurig vastgelegd en wordt in de meeste gevallen toegepast, terwijl de afwijking op grond van de standard eerder als een exotische uitzondering wordt gezien. Dat blijkt ook uit de antwoorden van enkele geïnterviewde rechters die het liquidatietarief zien als ' de afspraak' die voor de partijen verwachtingen schept en waaraan rechters zich in beginsel dienen te houden.
Dat de status quo bias enige bijdrage levert aan de rechterlijke terughoudendheid ligt voor de hand, maar het is wel de vraag of dit verandert als de normen voor afwijking van het tarief en de nodelozekostenregeling scherper worden geregeld. Ook als het liquidatietarief wordt voorzien van scherpere rules ter afwijking van de hoofdregel, zal die hoofdregel vermoedelijk nog steeds als status quo worden gezien. Dit geldt met name als het volgen van de hoofdregel geen motivering behoeft en de afwijking wel. Anderzijds maken dergelijke scherpe normen het wel eenvoudiger voor de rechter om af te wijken dan de huidige vage normen, wat in ieder geval de drempel verlaagt om van de status quo af te wijken.6