Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 353 [Beslissing omtrent inbeslaggenomen voorwerpen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1996
- Bronpublicatie:
12-04-1995, Stb. 1995, 254 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23692 Overheid.nl: 23692)
- Inwerkingtreding
01-01-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-1995, Stb. 1995, 698 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
In het geval van toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, van oplegging van straf of maatregel, van vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging neemt de rechtbank een beslissing over de met toepassing van artikel 94 inbeslaggenomen voorwerpen ten aanzien waarvan nog geen last tot teruggave is gegeven. Deze beslissing laat ieders rechten ten aanzien van het voorwerp onverlet.
2.
De rechtbank gelast, onverminderd artikel 351,
- a.
de teruggave van het voorwerp aan degene bij wie het in beslag is genomen;
- b.
de teruggave van het voorwerp aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt; of
- c.
indien geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt, de bewaring van het voorwerp ten behoeve van de rechthebbende.
3.
Op een last als bedoeld in het tweede lid is artikel 119 van overeenkomstige toepassing.
4.
De rechtbank kan de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen onder zekerheidstelling[lees: zekerheidsstelling] gelasten. Artikel 118a is van overeenkomstige toepassing.