Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 346 [Hervatting wegens onvolledigheid van onderzoek]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1995
- Bronpublicatie:
23-12-1992, Stb. 1993, 29 (uitgifte: 19-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21345 Overheid.nl: 21345)
- Inwerkingtreding
01-04-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-1995, Stb. 1995, 160 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
Ingeval onder de beraadslaging blijkt dat het onderzoek niet volledig is geweest, kan de rechtbank op de terechtzitting bevelen dat op eene door haar te bepalen terechtzitting het onderzoek worde hervat.
2.
Bij het bevel worden tevens aangewezen de getuigen, deskundigen, tolken en benadeelde partij wier verhoor of tegenwoordigheid, of de bescheiden of stukken van overtuiging welker inzage of bezichtiging de rechtbank nodig acht.
3.
In dit geval wordt gehandeld als ware het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst, met dien verstande dat de verplichte oproeping alleen betreft de verdachte, alsmede de in het bevel aangewezen getuigen, deskundigen, tolken en benadeelde partij.