Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 358 [Uitdrukkelijke beslissing op verweer inzake nietigheid dagvaarding, onbevoegdheid, niet-ontvankelijkheid, schorsing vervolging; strafbaarheid feit of verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1926
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 592.
- Bronpublicatie:
30-07-1925, Stb. 1925, 343 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-01-1921, Stb. 1921, 14 (uitgifte: 28-01-1921, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1926
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
In de gevallen van artikel 349, eerste lid, bevat het vonnis de daarbij vermelde beslissingen.
2.
In de andere gevallen bevat het vonnis de beslissing der rechtbank over de punten, bij artikel 350 vermeld.
3.
Wordt, in strijd met het te dien aanzien door den verdachte uitdrukkelijk voorgedragen verweer, artikel 349, eerste lid, niet toegepast of aangenomen dat het bewezen verklaarde een bepaald strafbaar feit oplevert of dat een bepaalde strafverminderings- of strafuitsluitingsgrond niet aanwezig is, dan geeft het vonnis daaromtrent bepaaldelijk eene beslissing.
4.
Het vonnis vermeldt verder, in geval van oplegging van straf of maatregel, de wettelijke voorschriften waarop deze is gegrond.
5.
Alles op straffe van nietigheid.