Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 366b [Afschrift vonnis naar benadeelde partij]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De griffier verstrekt uit eigen beweging kosteloos een afschrift van het onherroepelijke vonnis of arrest aan de benadeelde partij die zich in het geding over de strafzaak heeft gevoegd. De benadeelde partij doet zelf het vonnis of arrest, voor zover dit haar vordering aangaat, ten uitvoer leggen op de wijze bepaald voor vonnissen in burgerlijke zaken. Indien het een mondeling vonnis geldt, geschiedt de tenuitvoerlegging uit kracht van een mededeling van de griffier, houdende afschrift van de aantekening van het vonnis, vermeldende de benadeelde partij, degene tegen wie en de rechter door wie het vonnis is gewezen, met aan het hoofd de woorden: ‘In naam van de Koning’.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de rechter de schadevergoedingsmaatregel, bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, heeft opgelegd en er bij gebreke aan voldoening van het verschuldigde bedrag gijzeling is toegepast terwijl de staat het resterende bedrag of een deel daarvan niet heeft uitgekeerd aan het slachtoffer dat geen rechtspersoon is.