Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 360 [Bijzondere motivering. Geschilpunt van burgerlijk recht]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2010
- Bronpublicatie:
18-07-2009, Stb. 2009, 317 (uitgifte: 28-07-2009, kamerstukken: 31436)
- Inwerkingtreding
01-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2010, Stb. 2010, 152 (uitgifte: 22-04-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
Van het gebruik als bewijsmiddel van het proces-verbaal van een verhoor bij de rechter-commissaris of rechtbank, houdende de verklaring
- —
van de getuige, bedoeld in artikel 216a, tweede lid, of
- —
van de bedreigde of afgeschermde getuige, of
- —
van de getuige verhoord op de wijze als voorzien in de artikelen 190, derde lid, en 290, derde lid,
of van schriftelijke bescheiden als bedoeld in artikel 344a, derde lid, geeft het vonnis in het bijzonder reden.
2.
Indien het bewijs mede wordt aangenomen op de verklaring van een getuige met wie op grond van artikel 226h, derde lid, of 226k door de officier van justitie een afspraak is gemaakt, geeft het vonnis daarvan in het bijzonder reden.
3.
Indien na schorsing der vervolging wegens een geschilpunt van burgerlijk recht van de uitspraak van den burgerlijken rechter wordt afgeweken, geeft het vonnis ook daarvan in het bijzonder reden.
4.
Alles op straffe van nietigheid.