Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/767
Poging doodslag. HR: art. 80a RO.
HR 20-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1178
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
13/01934
- Conclusie
A-G. mr. A.E. Harteveld
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1178, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑2014
Essentie
Poging doodslag. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 april 2013, nummer 20/000764-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. I.T.H.L. van de Bergh, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G. mr. A.E. Harteveld:
1.
Mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht, heeft in deze zaak bij schriftuur drie middelen van cassatie voorgesteld.
2.
Het eerste middel klaagt dat het Hof op onjuiste en/of ontoereikende gronden tot de bewezenverklaring van voorwaardelijk opzet op de (gepoogde) dood van [slachtoffer 1] en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.