Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/766
Verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep, nu niet door een raadsman een schriftuur is ingediend.
HR 20-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1166
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 mei 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/01220
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1166, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2014
Essentie
Verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep, nu niet door een raadsman een schriftuur is ingediend.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 februari 2013, nummer 22/004101-12, in de strafzaak tegen: [verdachte].
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage d.d. 18 februari 2013.
2.
Er bestaat samenhang tussen de zaken met de nummer 13/01220 en 13/01479. In beide zaken zal ik vandaag concluderen.
3.
Verdachte heeft tijdig beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.