Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
Artikel 158 Verzoeken om informatie
Geldend
Geldend vanaf 07-05-2011
- Bronpublicatie:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Inwerkingtreding
07-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Op verzoek van hetzij een verzoekende lidstaat hetzij de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie verstrekt de betrokken lidstaat alle relevante informatie die nodig is om vast te stellen of gevallen van niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name in artikel 90, lid 1, van de controleverordening bedoelde ernstige inbreuken, hebben plaatsgevonden of, naar redelijkerwijs kan worden vermoed, kunnen plaatsvinden. Deze informatie wordt verstrekt via de in artikel 152 bedoelde ene enkele autoriteit.
2.
De aangezochte lidstaat voert op verzoek van hetzij de verzoekende lidstaat hetzij de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie de nodige administratieve onderzoeken uit met betrekking tot handelingen die overeenkomen met gevallen van niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met name met in artikel 90, lid 1, van de controleverordening bedoelde ernstige inbreuken, of die daarmee volgens de verzoekende lidstaat lijken overeen te komen. De aangezochte lidstaat deelt de resultaten van dergelijke administratieve onderzoeken mee aan de verzoekende lidstaat en aan de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie.
3.
Op verzoek van hetzij de verzoekende lidstaat hetzij de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie kan de aangezochte lidstaat een bevoegd functionaris van de verzoekende lidstaat toestemming verlenen om de functionarissen van hetzij de aangezochte lidstaat hetzij de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie tijdens de in lid 2 bedoelde administratieve onderzoeken te vergezellen. Voor zover op grond van de nationale bepalingen inzake strafrechtelijke procedures bepaalde handelingen slechts mogen worden verricht door daartoe specifiek bij de nationale wet aangewezen functionarissen, nemen de functionarissen van de verzoekende lidstaat niet deel aan deze handelingen. Zij nemen in geen geval deel aan huiszoekingen of formele verhoren van personen krachtens het nationale strafrecht. De functionarissen van de verzoekende lidstaat die aanwezig zijn in de aangezochte lidstaat, moeten hun identiteit en officiële functie te allen tijde aan de hand van een schriftelijke machtiging kunnen aantonen.
4.
De aangezochte lidstaat stelt de verzoekende lidstaat, op diens verzoek, alle in zijn bezit zijnde documenten of gewaarmerkte kopieën ter beschikking die betrekking hebben op een geval van niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid of een in artikel 90, lid 1, van de controleverordening bedoelde ernstige inbreuk.
5.
Het standaardformaat voor informatieverstrekking op verzoek is vastgesteld in bijlage XXXIV.