Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 59
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2008
- Redactionele toelichting
Bron: geconsolideerde versie (14-05-2008) op eur-lex.europa.eu. De in de geconsolideerde versie verwerkte wijziging van 22-03-2004, PbEU L 124 is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2016, 289).
- Bronpublicatie:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Inwerkingtreding
16-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar die aantoont ten gevolge van ziekte of ongeval verhinderd te zijn zijn werkzaamheden te verrichten, komt van rechtswege in aanmerking voor ziekteverlof.
De betrokken ambtenaar moet zijn instelling zo spoedig mogelijk mededelen dat hij niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, en moet hierbij de plaats aangeven waar hij zich bevindt. Vanaf de vierde dag van zijn afwezigheid dient hij een medisch attest over te leggen. Dit attest moet uiterlijk op de vijfde dag van de afwezigheid worden toegezonden, waarbij het poststempel als bewijs geldt. Is dit niet het geval, dan wordt de afwezigheid — behoudens onvoorziene omstandigheden buiten de wil van de ambtenaar — als ongeoorloofd beschouwd.
De ambtenaar met ziekteverlof kan te allen tijde aan een door de instelling georganiseerde medische controle worden onderworpen. Als deze controle niet kan plaatsvinden om redenen die aan de ambtenaar toe te schrijven zijn, wordt de afwezigheid met ingang van de dag waarop de medische controle had moeten plaatsvinden, als ongeoorloofd beschouwd.
Indien de medische controle uitwijst dat de ambtenaar in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, wordt zijn afwezigheid, behoudens het bepaalde in de volgende alinea, vanaf de datum van de medische controle als ongeoorloofd beschouwd.
Wanneer de ambtenaar van mening is dat de conclusies van de door het tot aanstelling bevoegde gezag georganiseerde medische controle medisch niet verantwoord zijn, kan hij of een arts die hem vertegenwoordigt, binnen twee werkdagen bij de instelling een verzoek indienen om een onafhankelijke arts te raadplegen.
De instelling legt dit verzoek onmiddellijk voor aan een andere arts, die in onderlinge overeenstemming door de arts van de ambtenaar en de raadgevend arts van de instelling wordt aangewezen. Indien hierover niet binnen vijf dagen na de indiening van het verzoek overeenstemming is bereikt, kiest de instelling een arts uit een lijst van onafhankelijke artsen die ieder jaar in overleg door het tot aanstelling bevoegde gezag en het personeelscomité wordt opgesteld. De ambtenaar kan de keuze van de instelling binnen twee werkdagen betwisten; in dat geval wijst de instelling een andere arts van de lijst aan; deze keuze moet als definitief worden beschouwd.
Het advies dat door de onafhankelijke arts, na raadpleging van de arts van de ambtenaar en de raadgevend arts van de instelling, wordt uitgebracht is bindend. Indien het advies van de onafhankelijke arts de conclusie van de door de instelling georganiseerde medische controle bevestigt, wordt de afwezigheid als ongeoorloofd beschouwd vanaf de datum van die medische controle. Indien het advies van de onafhankelijke arts de conclusie van die medische controle niet bevestigt, wordt de afwezigheid als gerechtvaardigd aangemerkt.
2.
Wanneer de afwezigheid wegens ziekte, zonder medisch attest, van telkens ten hoogste drie dagen over een tijdvak van twaalf maanden een totaal van twaalf dagen overschrijdt, dient de ambtenaar een medisch attest over te leggen voor elke nieuwe afwezigheid wegens ziekte. Zijn afwezigheid wordt als ongeoorloofd beschouwd vanaf de dertiende dag afwezigheid wegens ziekte zonder medisch attest.
3.
Onverminderd de toepassing van de voorschriften inzake tuchtprocedures wordt iedere krachtens de leden 1 en 2 als ongeoorloofd beschouwde afwezigheid in mindering gebracht op het jaarlijks verlof van de betrokken ambtenaar. Indien de ambtenaar geen verlofdagen meer heeft, ontvangt hij over de desbetreffende periode geen bezoldiging.
4.
Wanneer het totale ziekteverlof van de ambtenaar over een periode van drie jaar meer dan twaalf maanden bedraagt, kan het tot aanstelling bevoegde gezag dit geval aan de invaliditeitscommissie voorleggen.
5.
De ambtenaar kan ambtshalve met verlof worden gezonden wanneer uit een onderzoek door de raadgevende arts van de instelling blijkt dat zulks in verband met zijn gezondheidstoestand vereist is, of dat te zijnen huize een besmettelijke ziekte heerst.
In geval van betwisting is de procedure van lid 1, vijfde tot en met zevende alinea, van toepassing.
6.
De ambtenaar dient zich ieder jaar te onderwerpen aan een preventief medisch onderzoek, hetzij bij een door het tot aanstelling bevoegde gezag aangewezen raadgevend arts, hetzij bij een door hem gekozen arts.
In laatstgenoemd geval worden de honoraria van de arts door de instelling vergoed tot een maximumbedrag dat door het tot aanstelling bevoegde gezag, na advies van het Comité voor het Statuut, voor een periode van ten hoogste drie jaar wordt vastgesteld.