Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 317
Uit bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte bij het verkrijgen van de goederen redelijkerwijs had moeten begrijpen dat deze van diefstal afkomstig waren.
HR 09-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK6943
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 2010
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
07/12953
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BK6943
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6943, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6943, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2009
Essentie
Uit bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachte bij het verkrijgen van de goederen redelijkerwijs had moeten begrijpen dat deze van diefstal afkomstig waren.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 24 september 2007, nummer 20/003624-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr E. Maessen, te Maastricht.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1.
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. E. Maessen, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.