Einde inhoudsopgave
RvdW 2010, 298
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Is ontslag kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’ art. 7:681 lid 2 onder b BW. Kantonrechtersformule; Kan algemene formule dienen als uitgangspunt voor bepaling vergoeding?; alle bijzondere omstandigheden van geval; motiveringsplicht.
HR 12-02-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK4472 (Rutten/Breed)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/03517
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BK4472
- Roepnaam
Rutten/Breed
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Internationaal publiekrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK4472, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK4472, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑08‑2009
- Wetingang
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Vordering tot vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Is ontslag kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’ art. 7:681 lid 2 onder b BW. Kantonrechtersformule; Kan algemene formule dienen als uitgangspunt voor bepaling vergoeding?; alle bijzondere omstandigheden van geval; motiveringsplicht.
Bij de beantwoording van de vraag of het ontslag ingevolge het ‘gevolgencriterium’ van art. 7:681 lid 2 onder b BW kennelijk onredelijk is, moeten alle omstandigheden ten tijde van het ontslag in aanmerking worden genomen. De enkele omstandigheid dat de werknemer zonder toekenning van een vergoeding is ontslagen, levert in het algemeen geen grond op voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.