Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/1000
Eenvoudige belediging, gedaan aan het openbaar gezag. Het hof kon — met inachtneming van artikel 1, tweede lid, Sr — toepassing geven aan artikel 267, eerste lid (oud) Sr.
HR 10-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1408
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02692
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1408, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:734, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑08‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2022
- Wetingang
Essentie
Eenvoudige belediging, gedaan aan het openbaar gezag. Hoge Raad besteedt ambtshalve aandacht aan de vraag of het hof het bewezenverklaarde, gelet op artikel 1, tweede lid, Sr, juist heeft gekwalificeerd, nu de strafverzwaring van belediging van het openbaar gezag in artikel 267lid 1 (oud) Sr is vervallen. Er is in dit geval geen sprake van een veranderd inzicht in de strafwaardigheid van de bewezenverklaarde gedraging omdat die nog steeds valt onder de in het huidige artikel 267 lid 1 Sr genoemde belediging van een openbare instelling.
Samenvatting
Het onder 3 bewezenverklaarde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.