RvdW 2023/1005:Overschrijding maximumsnelheid op snelweg, art. 62 jo. bord A1 RVV 1990. Afwijzing verzoek tot bekijken/voeging van bodycambeelden o.g.v. noodzaakcriterium, art. 328 Sv. Hof heeft verzoek tot bekijken van bodycambeelden kennelijk en niet onbegrijpelijk opgevat als verzoek tot voeging van (proces)stuk a.b.i. art. 328 Sv. Maatstaf bij beoordeling van verzoek tot voeging van stukken bij processtukken is o.g.v. art. 315 lid 1 Sv jo. art. 415 Sv of noodzaak van verzochte is gebleken. Bij nemen van zijn beslissing hierover moet rechter in aanmerking nemen dat o.g.v. art. 149a lid 2 Sv in beginsel alle stukken aan dossier dienen te worden toegevoegd die voor ttz. door hem te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn. Het gaat hierbij dus om relevantie van die stukken (vgl. NJ 2022/295, m.nt. A.J. Machielse). Hof heeft het verzoek tot voeging van bodycambeelden afgewezen, omdat noodzaak daarvan niet is gebleken. Daartoe heeft hof overwogen dat het zich tegen de achtergrond van overige stukken in dossier voldoende voorgelicht acht. ’s Hofs kennelijke oordeel dat mogelijk (nog) bestaande bodycambeelden voor ttz. door hem te nemen beslissingen niet van belang zijn, is niet z.m. begrijpelijk. Daarbij neemt HR in aanmerking dat verdachte aan de hand van bodycambeelden de feitelijke grondslag heeft willen betwisten van de in aanvullend p-v van verbalisanten opgenomen verklaring dat zij verdachte tegen zijn bijrijder hebben horen zeggen dat hij cruisecontrol op 220 kilometer per uur had staan. Volgt vernietiging en terugwijzing.