Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/375
Klachten over motivering voorwaardelijk opzet op medeplegen poging tot doodslag en over strafmotivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:301
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
17/02860
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:301, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:56, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2019
Essentie
Klachten over motivering voorwaardelijk opzet op medeplegen poging tot doodslag en over strafmotivering. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
12 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/02860
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 31 mei 2017, nummer 22/000009-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. De verdachte is bij arrest van 31 mei 2017 door het gerechtshof Den Haag wegens onder 1 primair ‘medeplegen van poging tot doodslag’, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.