Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 488aa [Mededelingen aan aangehouden jeugdige verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019
- Bronpublicatie:
15-05-2019, Stb. 2019, 180 (uitgifte: 24-05-2019, kamerstukken: 35116)
- Inwerkingtreding
01-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2019, Stb. 2019, 181 (uitgifte: 24-05-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
Jeugdstrafrecht (V)
1.
Onverminderd de artikelen 27c en 27ca, wordt aan de verdachte direct wanneer hij is aangehouden mededeling gedaan:
- a.
dat de ouders of voogd in kennis worden gesteld van zijn vrijheidsbeneming, indien deze wordt bevolen;
- b.
van het recht vergezeld te worden door de ouders of voogd of een vertrouwenspersoon, buiten het onderzoek op de terechtzitting, bedoeld in artikel 488ab;
- c.
van de mogelijkheid van audiovisuele registratie van verhoren, bedoeld in artikel 488ac;
- d.
van het recht op een medisch onderzoek, bedoeld in artikel 489a;
- e.
van het recht op een advies over zijn persoonlijkheid en zijn levensomstandigheden, bedoeld in artikel 494a.
2.
Bij een oproeping om te worden gehoord als bedoeld in artikel 491a, wordt mededeling gedaan van het recht om te worden vergezeld door de ouders of voogd, of een vertrouwenspersoon.
3.
Bij een oproeping om te worden gehoord als bedoeld in artikel 493, vierde lid, wordt mededeling gedaan van:
- a.
het recht op vaststelling van een zo kort mogelijk passende duur van de voorlopige hechtenis, en de mogelijkheid van schorsing van de tenuitvoerlegging van het bevel voorlopige hechtenis, bedoeld in artikel 493, eerste lid;
- b.
het recht vergezeld te worden door de ouders of voogd of een vertrouwenspersoon;
- c.
het recht op periodieke toetsing van de voorlopige hechtenis;
- d.
het recht om bij het ondergaan van voorlopige hechtenis gescheiden van volwassenen te verblijven.
4.
Bij de betekening van de dagvaarding wordt mededeling gedaan van:
- a.
de verplichting om bij het onderzoek op de terechtzitting in persoon te verschijnen, bedoeld in artikel 495a;
- b.
het recht op behandeling van de strafzaak achter gesloten deuren, bedoeld in artikel 495b;
- c.
het recht bij het onderzoek ter terechtzitting te worden vergezeld door de ouders of voogd, of een vertrouwenspersoon, bedoeld in artikel 496.
5.
De mededeling van rechten wordt gedaan in voor de verdachte eenvoudige en toegankelijke bewoordingen. Indien de verdachte de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, wordt de mededeling van rechten in een voor hem begrijpelijke taal gedaan.