Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 27c [Mededelen van rechten aan verdachte]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
17-11-2016, Stb. 2016, 475 (uitgifte: 08-12-2016, kamerstukken: 34157)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2017, Stb. 2017, 66 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
1.
Aan de verdachte wordt bij zijn staandehouding of aanhouding medegedeeld ter zake van welk strafbaar feit hij als verdachte is aangemerkt. Buiten gevallen van staandehouding of aanhouding wordt de verdachte deze mededeling uiterlijk voorafgaand aan het eerste verhoor gedaan.
2.
Aan de verdachte die niet is aangehouden, wordt voorafgaand aan zijn eerste verhoor, onverminderd artikel 29, tweede lid, mededeling gedaan van het recht op rechtsbijstand, bedoeld in artikel 28, eerste lid, en, indien van toepassing, het recht op vertolking en vertaling, bedoeld in artikel 27, vierde lid.
3.
Aan de aangehouden verdachte wordt onverwijld na zijn aanhouding en in ieder geval voorafgaand aan zijn eerste verhoor schriftelijk mededeling gedaan van:
- a.
het recht om de in het eerste lid bedoelde informatie te ontvangen;
- b.
de in het tweede lid bedoelde rechten;
- c.
het bepaalde in artikel 29, tweede lid;
- d.
het recht op kennisneming van de processtukken op de wijze bepaald in de artikelen 30 tot en met 34;
- e.
de termijn waarbinnen de verdachte, voor zover hij niet in vrijheid is gesteld, krachtens dit wetboek voor de rechter-commissaris wordt geleid;
- f.
de mogelijkheden om krachtens dit wetboek om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis te verzoeken;
- g.
het recht om een persoon in kennis te doen stellen van zijn vrijheidsbeneming, bedoeld in artikel 27e, eerste lid;
- h.
het recht om de consulaire post in kennis te doen stellen van zijn vrijheidsbeneming, bedoeld in artikel 27e, tweede lid;
- i.
de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen rechten.
4.
Aan een verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, wordt de mededeling van rechten in een voor hem begrijpelijke taal gedaan.
5.
In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van de mededeling van rechten.