Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 27e [Informeren naasten]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
17-11-2016, Stb. 2016, 475 (uitgifte: 08-12-2016, kamerstukken: 34157)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2017, Stb. 2017, 66 (uitgifte: 27-02-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Op verzoek van de aangehouden verdachte geeft de hulpofficier van justitie die bij de voorgeleiding beveelt dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek, onverwijld kennis van diens vrijheidsbeneming aan ten minste een door de verdachte aangeduide persoon.
2.
Op verzoek van de aangehouden verdachte die niet de Nederlandse nationaliteit heeft, geeft de hulpofficier van justitie die bij de voorgeleiding beslist om de verdachte op te houden voor onderzoek, onverwijld kennis van diens vrijheidsbeneming aan de consulaire post van de staat waarvan de verdachte de nationaliteit heeft.
3.
De hulpofficier van justitie kan de in het eerste lid bedoelde kennisgeving uitstellen voor zover en voor zolang als dit wordt gerechtvaardigd door een dringende noodzaak om:
- a.
ernstige negatieve gevolgen voor het leven, de vrijheid of de fysieke integriteit van een persoon te voorkomen of
- b.
te voorkomen dat aanzienlijke schade aan het onderzoek kan worden toegebracht.
4.
De in het derde lid bedoelde beslissing en de gronden waarop deze berust, worden in het proces-verbaal vermeld.