Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 2.5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met de Binnenvaartwet (13-09-2007, Stb. 498).
- Bronpublicatie:
02-06-2009, Stcrt. 2009, 106 (uitgifte: 12-06-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/105)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-2009, Stb. 2009, 164 (uitgifte: 07-04-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Aan de eis van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet, behoeft gedurende een jaar niet te worden voldaan door:
- a.
de erfgenaam of, indien er meer erfgenamen zijn, gezamenlijke erfgenamen van de overleden houder van een bewijs van vakbekwaamheid;
- b.
een, door of namens de houder van een bewijs van vakbekwaamheid, gemachtigde in geval van lichamelijke ongeschiktheid of wettelijke onbekwaamheid van de houder van een bewijs van vakbekwaamheid.
2.
De termijn, bedoeld in de aanhef van het eerste lid, gaat in op de dag van het plaatshebben van een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, onder a of b. De minister kan op aanvraag in bijzondere gevallen deze termijn met ten hoogste 26 weken verlengen.