Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/21.2.7.3:21.2.7.3 Kosten worden voor het werkelijke bedrag omgeslagen
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/21.2.7.3
21.2.7.3 Kosten worden voor het werkelijke bedrag omgeslagen
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS365726:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 29 april 2004, nr. C-77/01 (EDM), BNB 2004/285.
HR 14 november 2008, nr. 42 312, V-N 2008/55.22.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Uit het arrest HR 23 april 1997, nr. 32 166, BNB 1997/301 valt af te leiden, dat de kosten voor het werkelijke bedrag worden omgeslagen. Er mag dus geen provisie worden berekend voor de handelingen als penvoerder. De kosten mogen niet met een “opslag” worden doorbelast. Het HvJ EG lijkt deze eis in de zaak EDM ook te verbinden aan onbelastbare kostendoorbelastingen binnen het kader van een consortium (zie over het EDM-arrest en kosten voor gemene rekening nader paragraaf 21.2.8.2.2).1 Een vergelijkbare eis kent ook de koepelvrijstelling (zie deel III, hoofdstuk 15, paragraaf 15.7.3.9). Ik merk echter op dat een en ander onverlet laat, dat in de overeenkomst tot verdeling van voor gemene rekening gemaakte kosten afgesproken kan worden, dat de eigen kosten van de penvoerder doorbelast kunnen worden. Toepassing van het leerstuk lijkt niet af te ketsen op het doorbelasten van eigen kosten van de penvoerder, die samenhangen met de activiteiten die worden verricht als penvoerder, indien ook de verdeling van deze kosten onderdeel uitmaakt van de overeenkomst tot het verdelen van kosten voor gemene rekening (en de penvoerder dus ook een deel van deze kosten neemt). Op die wijze kan de penvoerder een vergoeding (provisie) voor zijn handelingen als penvoerder ontvangen, zonder dat dit de toepassing van het leerstuk verhindert. Verrekenprijscorrecties ten behoeve van de directe belastingen dienen mijns inziens de werking van het leerstuk niet te belemmeren, zolang zij er niet toe leiden dat daadwerkelijk winstopslagen in rekening worden gebracht. Vergelijk in dit verband hetgeen ik met betrekking tot de toepassing van de koepelvrijstelling heb opgemerkt in Deel III, hoofdstuk 15, paragraaf 15.7.3.9. Uit het arrest van 14 november 2008 valt op te maken, dat rentekosten die een penvoerder heeft betaald in verband met het reserveren van bedragen, die ingezet worden om voor gemene rekening gemaakte kosten te dekken, met toepassing van het leerstuk kunnen worden verdeeld.2