Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 26-09-1976
- Bronpublicatie:
01-06-1967, Trb. 1968, 54 (uitgifte: 07-05-1968, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-09-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-08-1976, Trb. 1976, 120 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Verdragsluitende Partij kan voorstellen wijzigingen aan te brengen in de artikelen van dit Verdrag. De tekst van elke voorgestelde wijziging wordt aan de Depot-Regering gezonden, die daarvan afschriften zendt aan alle Verdragsluitende Partijen en ondertekenende Regeringen, Een wijziging wordt van kracht op de dertigste dag nadat zij door alle Verdragsluitende Partijen is aanvaard.
2.
Indien daarom door een vierde van het aantal Verdragsluitende Partijen wordt verzocht, belegt de Depot-Regering een bijeenkomst van Verdragsluitende Partijen om de noodzaak van een wijziging der artikelen van dit Verdrag te onderzoeken. Op deze bijeenkomst moeten wijzigingen eenstemmig worden aangenomen en door de Depot-Regering ter kennis gebracht van alle Verdragsluitende Partijen; zij worden van kracht op de dertigste dag nadat zij door alle Verdragsluitende Partijen zijn aanvaard.
3.
Kennisgevingen van aanvaarding van wijzigingen worden gezonden aan de Depot-Regering.