Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/333
Poging tot afpersing. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 28-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:332
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/04604
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:332, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:98, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2017
Essentie
Poging tot afpersing. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 september 2015, nummer 22/002197-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. Y. Moszkowicz, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Op 10 september 2015 heeft het gerechtshof Den Haag verdachte voor 1 en 3 primair: Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk. Aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.