Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/312
Ondernemingsrecht. Concernfinanciering, tegenstrijdig belang; art. 2:256 (oud) BW. Regres toegekend aan medeschuldenaar waarvan (indirecte) bestuurder van vennootschap die zich verbond (indirecte) aandeelhouder was.
HR 03-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:363
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/02384
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:363, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2016
Essentie
Ondernemingsrecht. Concernfinanciering, tegenstrijdig belang; art. 2:256 (oud) BW. Regres toegekend aan medeschuldenaar waarvan (indirecte) bestuurder van vennootschap die zich verbond (indirecte) aandeelhouder was.
Partij(en)
Mr. Meertinus Jan Ubens, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Handelsonderneming [A] B.V., te Groningen, eiser tot cassatie, adv.: mr. S.M. Kingma,
tegen
[verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv.: mr. R.P.J.L. Tjittes.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
- (a)
Ten tijde van het sluiten van de hierna te noemen overeenkomsten in januari 2003 waren [betrokkene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.