Einde inhoudsopgave
Binnenvaartregeling
Artikel 5.12
Geldend
Geldend vanaf 04-05-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-2023
- Bronpublicatie:
17-04-2023, Stcrt. 2023, 11946 (uitgifte: 03-05-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/96863)
- Inwerkingtreding
04-05-2023, terugwerkend tot: 01-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2023, Stcrt. 2023, 11946 (uitgifte: 03-05-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/96863)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Ten aanzien van het vaartijdenboek is artikel 5.11, tweede en derde lid, alsmede de artikelen 18.04 en 20.02 van het Rsp van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
- a.
als autoriteit de voorzitter van de commissie van deskundigen wordt aangewezen;
- b.
onder schipper de gezagvoerder wordt verstaan; en
- c.
de uitzondering voor sleep- en duwboten die slechts in havens verkeren niet van toepassing is.
2.
Wanneer bij de overdracht van een schip de overdragende partij het bij het schip behorende vaartijdenboek niet levert, kan dit bewijs van aangifte worden vervangen door een door de koper en de minister te ondertekenen verklaring.
3.
Indien het volgnummer, bedoeld in artikel 18.04, tweede lid, van het Rsp, van het te vervangen vaartijdenboek onbekend is bij de Inspectie Leefomgeving en Transport wordt het nieuwe vaartijdenboek voorzien van het volgnummer 1.