Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/6.4.0
Inleiding
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS298570:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Zie over de definitie van een ‘algemeen belang’ uitgebreider Dommering 1982, p. 2-6.
Hof Arnhem 18 februari 2003, JOR 2003, 267 (Rabobank/Aarding).
Zie de §§ 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3 en 6.2.4.
HR 28 juni 1991, NJ 1992, 787 (Verkerk/Van der Veen q.q.).
Asser/Hartkamp & Sieburgh 2010 (6-III*), nr. 635. Vergelijk de §§ 6.2.1 en 6.2.3.
Zie bijvoorbeeld de artt. 5:78 sub b, 6:168 lid 1 en 259 lid 1 sub a en 7:319 lid 1 sub e, 325 lid 4 en 345 lid 4 BW. Vergelijk in de context van de redelijkheid en billijkheid ook de artt. 3:12, 168 lid 2 en 185 lid 1 BW. De artt. 3:168 lid 2 en 185 lid 1 BW zijn, gelet op het woord ‘billijkheid’, in § 1.2.3 beschreven preciseringen van de redelijkheid en billijkheid.
HR 24 februari 1995, NJ 1996, 472 (Sigmacon II) en HR 19 april 1996, NJ 1996, 727 (Maclou/Curatoren Van Schuppen).
Staudinger/Looschelders/Olzen 2009, § 242, nr. 151 en MünchKommBGB/Roth/ Schubert 2012, § 242, nr. 55 en 110.
Art. VI.-5:203 DCFR en DCFR 2010, p. 3681-3689.
§ 6.4.1.1.
§ 6.2.1.
Zie bijvoorbeeld de artt. 7:319 lid 1 sub e, 325 lid 4 en 345 lid 4 BW over de belangen van de landbouw, de noten 85 en 90 over het belang van de werkgelegenheid en § 6.4.4 over de belangen van het handelsverkeer.
Een ‘algemeen belang’ is een belang van de hele maatschappij of een omvangrijk gedeelte van de maatschappij.1 De redelijkheid en billijkheid beschermt deze algemene belangen. Ik geef in deze paragraaf een algemene beschouwing van de factor ‘algemene belangen’. Vervolgens behandel ik enkele bijzondere algemene belangen. Deze belangen verdienen een aparte behandeling om de aandacht die zij krijgen in de literatuur en de jurisprudentie en om hun bijzondere invloed op de werking van de redelijkheid en billijkheid. Ik bespreek achtereenvolgens de rol van rechtszekerheid (§ 6.4.1), publiekrechtelijke belangen (§ 6.4.2), gedragsprikkels (§ 6.4.3) en het belang van het handelsverkeer (§ 6.4.4).
De factor ‘algemene belangen’ beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid. Ik geef enkele voorbeelden. Het maatschappelijke belang van de werkgelegenheid kan tegen de opzegging van een overeenkomst pleiten.2 De aspecten die de rol van de belangen van de partijen beïnvloeden, zijn ook van belang bij het bepalen van de invloed van de algemene belangen.3 De redelijkheid en billijkheid kan de verplichting tot ongedaanmaking van een nietige overeenkomst beperken.4 De mate waarin de nietige overeenkomst het algemene belang aantast en de mogelijkheid om het belang op een alternatieve wijze te beschermen, bijvoorbeeld door middel van publiekrechtelijke sancties, beïnvloeden deze eventuele beperking.5
De factor ‘algemene belangen’ speelt ook een rol buiten de redelijkheid en billijkheid. Het Burgerlijk Wetboek verbindt op verschillende plaatsen gevolgen aan de aantasting van een algemeen belang.6 Een curator moet bij de uitoefening van zijn taak rekening houden met algemene belangen.7 Onteigening vereist op grond van art. 14 Gw de bescherming van een algemeen belang.
De factor speelt ook een rol in andere rechtsstelsels. Algemene belangen beïnvloeden de werking van de Duitse Treu und Glauben.8Art. 1 Eerste Protocol EVRM stelt onteigening afhankelijk van het bestaan van een algemeen belang. Verschillende Europese rechtsstelsels en het DCFR beperken de aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad als deze aansprakelijkheid is ontstaan bij het beschermen van de fundamentele waarden van een democratische maatschappij. Een dergelijke situatie kan zich voordoen bij het verspreiden van informatie via de media.9 De aansprakelijkheid wordt dus slechts beperkt bij de bescherming van bepaalde ‘soorten’ algemeen belang.
De invloed van een algemeen belang kan afhankelijk zijn van de andere betrokken belangen. De factor ‘algemene belangen’ vertoont daarom een overlap met de factor ‘evenwicht tussen de belangen van partijen, de belangen van derden en de algemene belangen’. Ik bespreek deze overlap in § 7.3.3.
Verschillende factoren beïnvloeden de rol en het gewicht van de relevante algemene belangen. Ik behandel in de volgende paragrafen verschillende overlappingen tussen deze factoren en specifieke algemene belangen. Uit deze paragrafen blijkt dat de algemene belangen zelfstandige invloed uitoefenen op de werking van de redelijkheid en billijkheid. Deze invloed dient echter niet te worden overschat. Verschillende kenmerken van de algemene belangen verkleinen de invloed van de factor ‘algemene belangen’ en zijn subfactoren.
De redelijkheid en billijkheid beschermt een grote verscheidenheid aan algemene belangen. Een enkel beroep op ‘het algemeen belang’ verduidelijkt om deze reden niet. Een duidelijk beroep op de factor ‘algemene belangen’ vereist een beschrijving van het belang dat bij het concrete geval is betrokken.
De grote verscheidenheid aan algemene belangen heeft ook verderstrekkende gevolgen. Het is altijd mogelijk om een algemeen belang te noemen dat betrokken is bij het concrete geval. Het schrappen van een arbeidsplaats beïnvloedt bijvoorbeeld het algemene belang van de werkgelegenheid, een arbitrageclausule beperkt het algemene belang van toegang tot de rechter en een concurrentiebeding tast het belang van het handelsverkeer aan.
Daarnaast kunnen verschillende algemene belangen voor verschillende uitkomsten pleiten. Een werking van de redelijkheid en billijkheid kan een algemeen belang beschermen. Dezelfde werking leidt echter tot de aantasting van een ander algemeen belang. Het schrappen van een arbeidsplaats tast bijvoorbeeld het algemene belang van de werkgelegenheid aan. Dit belang pleit voor het beperken van de mogelijkheden tot ontslag. Het belang van het handelsverkeer pleit echter tegen deze beperking. Het eist dat ondernemers hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen aan veranderende economische omstandigheden. De bescherming van een algemeen belang door een werking van de redelijkheid en billijkheid leidt zelfs altijd tot de aantasting van een ander algemeen belang. Zij tast immers het algemene belang van ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsduidelijkheid’ aan.10
De aantasting van het algemene belang is in veel gevallen beperkt. Het schrappen van één arbeidsplaats tast het belang van de werkgelegenheid aan. Wat is echter het gewicht van dit belang in vergelijking met het gewicht van het persoonlijke belang van de ontslagen werknemer? Een beroep op de factor ‘omvang belang’ verdient in een dergelijk geval de voorkeur.11 Een beroep op het algemene belang van de werkgelegenheid verduidelijkt in dit geval niet. Het leidt de aandacht slechts af van de echt relevante factoren. De algemene belangen leggen in dit soort gevallen in theorie nog enig gewicht in de schaal voor of tegen een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid. Dit gewicht is in praktisch opzicht echter verwaarloosbaar.
Algemene belangen zien niet alleen op de gevolgen voor de direct betrokken partijen. Zij zien op de gevolgen voor een grote groep belanghebbenden. Ze hebben bijvoorbeeld betrekking op een bepaalde sector, alle werknemers en werkzoekenden of ‘het handelsverkeer’.12 De werkelijke aantasting van deze belangen door de rechtsbetrekking is niet altijd vast te stellen.
Algemene belangen dienen de werking van de redelijkheid en billijkheid slechts te beïnvloeden als er duidelijke aanwijzingen bestaan dat deze belangen werkelijk worden aangetast. Wat is er nodig is voor een ‘duidelijke aanwijzing’? De betrokkenen bij een concrete rechtsbetrekking hebben niet noodzakelijk de beschikking over gegevens die zekerheid verschaffen over de aantasting van het belang. Zij kunnen daarom niet buiten het gebruik van gezond verstand. Vergezochte redeneringen en wilde speculaties zijn echter een brug te ver. Zij leiden niet tot een duidelijke en voorspelbare werking van de redelijkheid en billijkheid.
Verschillende kenmerken van ‘het algemeen belang’ pleiten voor een terughoudend gebruik van de factor ‘algemene belangen’ en zijn subfactoren. Een beroep op één van de factoren verdient slechts de voorkeur bij een duidelijke en substantiële aantasting van een specifiek algemeen belang. De verschillende subfactoren bezitten de kenmerken niet in dezelfde mate. Ik kom hier bij de behandeling van deze factoren op terug.