Alle omstandigheden van het geval
Einde inhoudsopgave
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/6.5:6.5 Conclusie
Alle omstandigheden van het geval (O&R nr. 77) 2013/6.5
6.5 Conclusie
Documentgegevens:
mr. P.T.J. Wolters, datum 01-03-2013
- Datum
01-03-2013
- Auteur
mr. P.T.J. Wolters
- JCDI
JCDI:ADS300955:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Belangen beïnvloeden de rol van de redelijkheid en billijkheid. Hoe groter de betrokken belangen, des te groter is de rol van de redelijkheid en billijkheid.1 Hoe sterk de factoren uit de andere benaderingswijzen ook voor een bepaalde werking van de redelijkheid en billijkheid pleiten, de rechtsbetrekking is niet onredelijk als zij niet leidt tot de aantasting van rechtens relevante belangen.
De factor ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsduidelijkheid’ pleit hiervoor. Een werking van de redelijkheid en billijkheid tast dit belang altijd aan. De factor pleit standaard tegen de werking van de redelijkheid en billijkheid. Een werking van de redelijkheid en billijkheid is alleen mogelijk als andere belangen tegenwicht bieden. De aantasting van een ander belang dan de ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsduidelijkheid’ is een voorwaarde voor de werking van de redelijkheid en billijkheid. De betekenis van deze voorwaarde is echter beperkt. Een partij heeft niet alleen een belang als er nadeel voor deze partij dreigt. Een belang kan ook bestaan uit een voordeel of de mogelijkheid van het behalen van een voordeel. Een belang kan daarnaast bestaan uit een minder concreet belang. Het nemen van ontslag kan bijvoorbeeld leiden tot een slechtere samenwerking tussen de werknemer en werkgever.2
De aanwezigheid van een belang is een voorwaarde. Een beroep op de factor ‘omvang belang’ is daarom altijd mogelijk.3 Het betrokken belang heeft altijd een omvang. Heeft de partij in het geheel geen belang bij de rechtsbetrekking of een eventuele werking van de redelijkheid en billijkheid, dan is juist het ontbreken van het belang relevant. Hetzelfde geldt voor de factor ‘soort belang’.4 Het betrokken belang is altijd van een bepaalde soort.
Ook een beroep op de factor ‘algemene belangen’ is altijd mogelijk.5 Er is altijd wel een algemeen belang betrokken bij het concrete geval. Een arbitrageclausule beperkt bijvoorbeeld het algemene belang van toegang tot de rechter. De factor ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsduidelijkheid’, en de daarmee samenhangende factor ‘handelsverkeer’, legt bovendien altijd gewicht in de schaal tegen een werking van de redelijkheid en billijkheid.6 Een werking van de redelijkheid en billijkheid tast de rechtszekerheid aan. De rechtszekerheid speelt een grotere rol als de transactie deel uitmaakt van ‘het handelsverkeer’.
Een beroep op verschillende factoren uit de hoofdcategorie ‘belangen’ is altijd mogelijk. Dit maakt een beroep op deze factoren echter niet duidelijk. De invloed van een belang wordt in veel gevallen teniet gedaan door de invloed van een ander belang. Het belang van de gelaedeerde pleit bijvoorbeeld voor het beperken van de gevolgen van een exoneratieclausule. Het belang van de laedens pleit hier echter tegen. Het schrappen van een arbeidsplaats tast het algemene belang van de werkgelegenheid aan. Het belang van het handelsverkeer eist echter dat ondernemers hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen aan veranderende economische omstandigheden.
Een beroep op het enkele bestaan van een belang verduidelijkt slechts dat er aan de minimale voorwaarde voor de werking van de redelijkheid en billijkheid is voldaan. Een werking van de redelijkheid en billijkheid is dus niet uitgesloten. Het beroep verduidelijkt niet of en hoe de redelijkheid en billijkheid de rechtsbetrekking beïnvloedt. Factoren uit andere hoofdcategorieën moeten deze rol vervullen.
Verschillende aspecten van de belangen kunnen de factoren uit deze hoofdcategorie een zelfstandige rol geven. Een belang beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid in de eerste plaats als het bijzonder groot of bijzonder klein is. Ik heb in § 6.2.1 gewezen op de gevolgen van het nemen van ontslag door een werknemer. De gevolgen voor de werknemer zijn groot. De werkgever lijdt, aangenomen dat hij de werknemer nog steeds kan gebruiken, nauwelijks schade als hij de werknemer toch in dienst moet houden. Zowel de omvang van het belang van de werknemer als de omvang van het belang van de werkgever is in deze casus bijzonder. De werknemer heeft een bijzonder groot belang. Het belang van de werkgever is bijzonder klein. Andere belangen doen de invloed van deze belangen met een bijzondere omvang niet teniet.
Ook de omvang van belangen van anderen dan de partijen bij de rechtsbetrekking is relevant. De factor ‘belangen van derden’ speelt een grotere rol als de aantasting van de belangen van de derde omvangrijker is.7
De factor ‘algemene belangen’ legt pas gewicht in de schaal als de aantasting substantieel is. Een beroep op de aantasting van een algemeen belang verduidelijkt niet als deze aantasting in het niet valt bij het belang van één van de partijen. De aantasting van het algemene belang is pas relevant als zij gewicht in de schaal legt naast de aantasting van de belangen van de betrokken partijen. Een substantiële aantasting ontbreekt vaak. Het ontslag van een werknemer tast bijvoorbeeld het algemene belang van de werkgelegenheid aan. De aantasting van dit belang valt echter in het niet bij de aantasting van de belangen van de ontslagen werknemer. Dit beperkt de zelfstandige rol van de factoren ‘algemene belangen’, ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsbescherming’ en ‘gedragsprikkels’.8
De redelijkheid en billijkheid beschermt de belangen van derden en de algemene belangen. De bescherming van deze belangen is echter niet exclusief aan de redelijkheid en billijkheid opgedragen. Ook andere rechtsregels verzetten zich tegen omvangrijke aantastingen van deze belangen.
Er bestaat in dit opzicht een verschil tussen de factoren ‘belangen van derden’ en ‘algemene belangen’ en de factor ‘omvang belang’. Een partij kan haar eigen belang gemakkelijker sterk aantasten. Zij kan bijvoorbeeld haar baan opzeggen of een omvangrijke schenking doen. Een omvangrijke aantasting van de belangen van anderen is echter al snel in strijd met het recht. Een derde heeft bijvoorbeeld een eigen vordering uit onrechtmatige daad. Publiekrechtelijke regels behartigen de publiekrechtelijke belangen.9
De begrenzing van de mogelijkheden tot het aantasten van de belangen van anderen beperkt de rol van de redelijkheid en billijkheid. Zij is slechts van belang als de andere delen van het recht tekortschieten. Dit beperkt de invloed van de factoren ‘belangen van derden’ en ‘algemene belangen’.
De factor ‘alternatief’ maakt duidelijk dat een partij haar belang ook op een andere manier kan behartigen.10 Een partij heeft bijvoorbeeld een alternatief als zij, behalve de wederpartij, ook haar verzekering kan aanspreken. Een alternatief maakt duidelijk dat de omvang van het belang van deze partij kleiner zou kunnen zijn. Het verkleint de noodzaak om de belangen te beschermen op grond van de redelijkheid en billijkheid. De alternatieve mogelijkheden om de belangen van derden en de algemene belangen te behartigen, hebben dezelfde invloed.11
De factor ‘kenbaarheid’ verduidelijkt in hoeverre de partijen rekening hadden kunnen houden met de betrokken belangen.12 Een partij kan slechts rekening houden met de belangen van een derde,13 de belangen van haar wederpartij en haar eigen belangen als deze kenbaar zijn. De aantasting van de belangen door een bepaalde gedraging of rechtsbetrekking moet daarnaast voorzienbaar zijn. Eerdere onbekendheid ontslaat een partij echter niet van de verplichting om in een later stadium alsnog rekening te houden met de ondertussen aangetaste belangen.
‘Kenbaarheid’ beïnvloedt de rol van algemene belangen op een andere manier. De kenbaarheid van de algemene belangen speelt een ondergeschikte rol: de belangen mogen als bekend worden verondersteld. De aantasting van een algemeen belang door een concrete gedraging of rechtsbetrekking is in veel gevallen echter niet duidelijk. Een belang hoort de werking van de redelijkheid en billijkheid niet te beïnvloeden als de werkelijke aantasting van het belang niet duidelijk is. De factor ‘algemene belangen’ vereist daarom een duidelijke aantasting van een specifiek belang.14
Dergelijke onduidelijkheid pleit voor een terughoudend gebruik van de factoren ‘algemene belangen’ en ‘handelsverkeer’.15 Dit bezwaar speelt een kleinere rol bij de factor ‘publiekrechtelijke belangen’.16 Deze factor bestaat uit een grote verzameling specifieke belangen. De aantasting van deze specifieke belangen is duidelijker dan de aantasting van ‘algemenere’ belangen zoals het belang van het handelsverkeer.
De soort van het belang beïnvloedt de omvang van het belang. Uiteindelijk is de omvang van het belang belangrijker dan de soort van het belang. Een zeer grote aantasting van een minder belangrijke soort belang legt meer gewicht in de schaal dan een minimale aantasting van een belangrijker belang. Lichamelijke integriteit is belangrijker dan zuiver financiële belangen. Toch legt een gescheurde nagel minder gewicht in de schaal dan het verlies van een zeer groot bedrag. De factor ‘soort belang’ geeft slechts een aanwijzing over de omvang van het belang. De factor heeft geen zelfstandige invloed op de werking van de redelijkheid en billijkheid.17
Er is echter één ‘soort’ belang met een bijzondere rol. De factor ‘rechtszekerheid in de zin van rechtsduidelijkheid’ neemt een sleutelpositie in.18 De rol van deze factor is niet afhankelijk van de behandelde aspecten. De factor beïnvloedt de werking van de redelijkheid en billijkheid altijd. Wel wisselt de omvang van de aantasting van het belang. Het belang legt bijvoorbeeld meer gewicht in de schaal als de in zijn gevolgen beperkte norm, of het rechtsgebied waarvan deze norm deel uitmaakt, het doel heeft om de rechtszekerheid te beschermen. Het gewicht van de factor moet per concreet geval worden vastgesteld.