RvdW 2021/1100:Beklag, beslag ex art. 94a Sv op drie personenauto’s onder echtgenoot klaagster t.z.v. verdenking van fraude-feiten, witwassen en overtreding Opiumwet. Bij beantwoording van vraag of buiten redelijke twijfel is dat de klager eigenaar is van een onder een ander inbeslaggenomen voertuig, is niet doorslaggevend of dat voorwerp in het kentekenregister op de naam van de klager is gesteld (vgl. RvdW 2012/410). Het gemotiveerde oordeel Rb dat niet buiten redelijke twijfel is dat klaagster eigenaar is van de drie auto’s die onder haar echtgenoot in beslag zijn genomen, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is in het licht van de door Rb vastgestelde feiten niet onbegrijpelijk.