Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1082
Bewijs van (voorhanden hebben van) busje pepperspray. Uitkeringsfraude door verzwijgen criminele inkomsten: geen schending nemo-teneturbeginsel. Art. 227b Sr geen specialis t.o.v. art. 225 Sr.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1624
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/04784
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1624, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:755, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Bewijs van (voorhanden hebben van) busje pepperspray. Uitkeringsfraude door verzwijgen criminele inkomsten: geen schending nemo-teneturbeginsel. Art. 227b Sr geen specialis t.o.v. art. 225 Sr.
1. Voor het bewijs van (het voorhanden hebben van) een voorwerp cfm. art. 2 lid 1, categorie II onder 6°, WWM is toereikend dat het voorwerp naar zijn aard bestemd is om personen te treffen met een giftige, verstikkende, weerloosmakende en/of traanverwekkende stof. De enkele omstandigheid dat een voorwerp mogelijk niet zo’n stof bevat, brengt niet met zich dat die bestemming ontbreekt.
2. Verdachte heeft, toen hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.