Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/1101
Belediging van ambtenaar, meermalen gepleegd, art. 266 lid 1 jo. 267 lid 2 Sr. De juistheid van de stelling dat uit de gebruikte bewijsmiddelen de tlgd. belediging van verbalisant ‘arrogante kankerlijer’ niet kan worden afgeleid, kan in het midden blijven. Ook als deze klacht gegrond zou zijn, leidt dit bij gebrek aan belang niet tot cassatie, omdat de aard en de ernst van hetgeen is bewezenverklaard in hun geheel beschouwd niet worden aangetast indien de belediging van verbalisant uit de bewezenverklaring zou vervallen.
HR 02-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1592
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/02747
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1592, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:764, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2021
Essentie
Belediging van ambtenaar, meermalen gepleegd, art. 266 lid 1 jo. 267 lid 2 Sr. De juistheid van de stelling dat uit de gebruikte bewijsmiddelen de tlgd. belediging van verbalisant ‘arrogante kankerlijer’ niet kan worden afgeleid, kan in het midden blijven. Ook als deze klacht gegrond zou zijn, leidt dit bij gebrek aan belang niet tot cassatie, omdat de aard en de ernst van hetgeen is bewezenverklaard in hun geheel beschouwd niet worden aangetast indien de belediging van verbalisant uit de bewezenverklaring zou vervallen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02747
Datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.