Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/1036
Verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep, nu zij kon aannemen dat de behandeling van haar zaak op de dag genoemd in de dagvaarding zou worden aangehouden. Strafprocesrecht (art. 408 Sv)
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2780
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/03528
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2780, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1393, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Essentie
Verdachte ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep, nu zij kon aannemen dat de behandeling van haar zaak op de dag genoemd in de dagvaarding zou worden aangehouden. Strafprocesrecht (art. 408 Sv)
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 14 juli 2014, nummer 21/001845-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. J.J.D. van Doleweerd, te Amersfoort.
Conclusie
Conclusie A-G i.b.d. mr. W.H. Vellinga:
1.
Verdachte is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep tegen een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.