RvdW 2015/1023
Art. 80 a lid 1 RO. Goederenrecht. Eigendom onroerende zaak. Verkrijgende verjaring (art. 3:105 BW en 3:306 BW)?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/01869
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2843, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1132, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑07‑2015
Essentie
Art. 80 a lid 1 RO. Goederenrecht. Eigendom onroerende zaak. Verkrijgende verjaring (art. 3:105 BW en 3:306 BW)?
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv. mr. J. van Weerden,
tegen
De Gemeente Rotterdam, verweerster in cassatie, adv. mr. M.E.M.G. Peletier.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
1.
Deze zaak betreft - voor zover in cassatie van belang - een vordering van [eiser] om voor recht te verklaren dat hij door middel van verjaring op de voet van art. 3:105 lid 1 jo 3:306 BW eigenaar is geworden van een perceel grond gelegen ...