Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/1168
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht; executiegeschil over dwangsom. Man dient op straffe van dwangsom achterstallige rente en premie voor hypotheek te betalen. Vraag of dwangsom verschuldigd is over periode nadat vrouw zelf de achterstallige bedragen heeft betaald.
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1980
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04980
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1980, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht; executiegeschil over dwangsom. Man dient op straffe van dwangsom achterstallige rente en premie voor hypotheek te betalen. Vraag of dwangsom verschuldigd is over periode nadat vrouw zelf de achterstallige bedragen heeft betaald.
Partij(en)
19 oktober 2018
Eerste Kamer
17/04980
LZ/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[de vrouw], wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.D. Boesveld,
t e g e n
[de man], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.