Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen
Artikel 98 Algemene beginselen
Geldend
Geldend vanaf 07-05-2011
- Bronpublicatie:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Inwerkingtreding
07-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2011, PbEU 2011, L 112 (uitgifte: 30-04-2011, regelingnummer: 404/2011)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Onverminderd bepalingen in meerjarenplannen stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten aan de hand van alle beschikbare informatie een risicogebaseerde benadering voor de selectie van inspectiedoelen vast. De functionarissen voeren de inspecties volgens deze benadering uit overeenkomstig de voorschriften van dit hoofdstuk.
2.
Onverminderd bepalingen in meerjarenplannen coördineren de lidstaten hun controle-, inspectie- en handhavingsactiviteiten. Met het oog daarop en met het oog op de handhaving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid zorgen zij voor de vaststelling en uitvoering van de in respectievelijk artikel 46 en artikel 94 van de controleverordening bedoelde nationale controleactieprogramma's en gemeenschappelijke controleprogramma's die betrekking hebben op activiteiten op zee en aan land.
3.
De lidstaten voeren aan de hand van een risicogebaseerde controle- en handhavingsstrategie en op objectieve wijze de inspectieactiviteiten uit die nodig zijn om te voorkomen dat visserijproducten die afkomstig zijn van tegen de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid indruisende activiteiten, aan boord worden gehouden of worden overgeladen, aangeland, overgebracht naar kooien en kwekerijen, verwerkt, vervoerd, opgeslagen, afgezet of in voorraad gehouden.
4.
Bij de inspecties wordt al het mogelijke gedaan om een achteruitgang van de hygiënische toestand en de kwaliteit van de geïnspecteerde visserijproducten te voorkomen.
5.
De lidstaten zorgen voor nationale visserijgerelateerde informatiesystemen die uitgerust zijn om overeenkomstig artikel 111 van de controleverordening rechtstreeks elektronisch informatie over havenstaatinspecties uit te wisselen met, naargelang van het geval, andere lidstaten, de Commissie of de door de Commissie aangewezen instantie.