Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/127
Feitelijke leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk begaan door rechtspersoon (art. 341 (oud) Sr) en feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift begaan door rechtspersoon, meermalen gepleegd (art. 225 Sr). HR: art.81 lid 1 RO.
HR 17-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1978
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04808
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1978, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1126, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2019
Essentie
Feitelijke leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk begaan door rechtspersoon (art. 341 (oud) Sr) en feitelijk leiding geven aan valsheid in geschrift begaan door rechtspersoon, meermalen gepleegd (art. 225 Sr). HR: art.81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04808
Datum 17 december 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2018, nummer 22/003978-12, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1953,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C Aben:
1. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.