Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 341 [Benadelen schuldeisers door failliet]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 154 (uitgifte: 25-04-2016, kamerstukken: 33994)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2016, Stb. 2016, 205 (uitgifte: 03-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
1.
Hij die in staat van faillissement is verklaard wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien hij, wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:
- 1°
voor of tijdens het faillissement enig goed aan de boedel heeft onttrokken of onttrekt;
- 2°
voor of tijdens het faillissement een van zijn schuldeisers op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld of bevoordeelt.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, indien hij wetende dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld:
- 1°
voor of tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling enig goed aan de boedel heeft onttrokken of onttrekt;
- 2°
voor of tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling een van zijn schuldeisers op enige wijze wederrechtelijk heeft bevoordeeld of bevoordeelt.