RvdW 2016/488
Economische zaak. Vervolg op HR 12 juni 2011, ECLI:HR:NL:2011: BP5971. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/03418
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:521, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:155, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2016
Essentie
Economische zaak. Vervolg op HR 12 juni 2011, ECLI:HR:NL:2011: BP5971. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 17 februari 2015, nummer 20/003063-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: R.E. Drenth, te Breda.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Verdachte is bij arrest van 17 februari 2015 door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch wegens “het door een rechtspersoon opzettelijk begaan van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 2, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, meermalen gepleegd” veroordeeld ...