Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/460
|Schending art. 327 Sv bij bevestiging vonnis in hoger beroep. Over deze nietigheid kan niet voor het eerst in cassatie worden geklaagd. Art. 80a RO.
HR 29-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:516
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02117
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:516, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2015
- Wetingang
Art. 327 Sv; art. 80 RO
Essentie
Het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg is niet vastgesteld en ondertekend cfm art. 327 Sv, zodat het rechtskracht mist. Zoals in de CAG is uiteengezet kan dit verzuim blijkens bij de politierechter ingewonnen nadere informatie niet worden hersteld. Een en ander brengt mee dat het onderzoek ter zitting in eerste aanleg en de naar aanleiding daarvan gewezen uitspraak aan nietigheid lijden. Het vonnis leende zich dus niet voor (partiële) bevestiging door het hof. Nu evenwel het proces-verbaal van de zitting in appel enerzijds inhoudt dat aldaar het woord tot verdediging is gevoerd door een uitdrukkelijk gemachtigde advocaat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.