Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/461
De verdachte heeft binnen drie maanden na de uitspraak van de kantonrechter beroep in cassatie ingesteld. Gelet hierop heeft de kantonrechter ten onrechte geen proces-verbaal als bedoeld in art. 395 lid 2 onder c Sv opgemaakt.
HR 22-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:457
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
13/01623
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:457, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2016
Essentie
De verdachte heeft binnen drie maanden na de uitspraak van de kantonrechter beroep in cassatie ingesteld. Gelet hierop heeft de kantonrechter ten onrechte geen proces-verbaal als bedoeld in art. 395 lid2 onder c Sv opgemaakt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Rechtbank Almelo, sector Kanton, locatie Almelo, van 7 oktober 2011, nummer 08/130077-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De Rechtbank Almelo heeft bij vonnis van 7 oktober 2011 de verdachte ter zake van “overtreding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.