RvdW 2016/459
Strafmotivering.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend,
- Zaaknummer
15/00701
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:518, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:151, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2015
- Wetingang
Art. 359 lid 6 Sv; art. 6 lid 3 EVRM
Essentie
De opgelegde straf is in overeenstemming met het motiveringsvoorschrift van art. 359 lid 6 Sv; toereikend is gemotiveerd waarom niet kan worden volstaan met een straf als door het OM gevorderd of door de verdediging bepleit. Daarbij verdient nog opmerking dat het opleggen van een zwaardere straf dan waarover partijen zich ter terechtzitting hebben uitgelaten niet onverenigbaar is met de in art. 6 EVRM belichaamde beginselen van een eerlijk proces (vgl. HR NJ 2013/467).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 ...