RvdW 2020/621:Aan appelakte gehechte brief van moeder verdachte (zonder volmacht van verdachte) aan te merken als appelschriftuur houdende grieven a.b.i. art. 410 lid 1 Sv? Nu ingevolge art. 452 lid 1 Sv op indiening van schrifturen art. 450 Sv van overeenkomstige toepassing is, kan schriftuur houdende grieven ook namens verdachte worden ingediend door vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk door verdachte bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd. Kennelijke oordeel dat de brief niet kan worden aangemerkt als schriftuur houdende grieven van verdachte a.b.i. art. 410 lid 1 Sv en art. 416 lid 2 Sv niet onjuist, in aanmerking genomen dat uit de stukken niet valt af te leiden dat moeder persoonlijk door verdachte is gemachtigd schriftuur namens hem in te dienen.