Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/524
Faillissementsrecht. Art. 65 Curaçaosch Faillissementsbesluit 1931. Art. 128 Rv Curaçao. Verzoek crediteur van failliete vennootschap tot verbod om declaratie ten laste van de boedel te betalen. Onbegrijpelijk oordeel rechter-commissaris? Art. 81 lid 1 RO.
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:742
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/02905
- Conclusie
A-G mr. J.B.M.M. Wuisman
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:742, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:42, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2014
Essentie
Faillissementsrecht. Art. 65 Curaçaosch Faillissementsbesluit 1931. Art. 128 Rv Curaçao. Verzoek crediteur van failliete vennootschap tot verbod om declaratie ten laste van de boedel te betalen. Onbegrijpelijk oordeel rechter-commissaris? Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
De vennootschap naar Zwitsers recht Lehman Brothers Finances S.A. (in liquidatie), verzoeker tot cassatie, adv.: mr. R.J. van Galen,
tegen
- 1.
mr. M.R.B. Gorsira,
- 2.
mr. R.F. van Beemen,
in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar het recht van Curaçao Lehman Brothers Securities N.V., verweerders in cassatie, adv.: mr. D.M. de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.