RvdW 2018/825
Erfrechtverordening. Materieel toepassingsgebied; mogelijkheid om erfdeel langstlevende echtgenoot, waarin vermogensaanwas krachtens huwelijksvermogensrecht forfaitair is verrekend, in Europese erfrechtverklaring op te nemen.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
1 maart 2018
- Magistraten
M. Ilešič, A. Rosas, C. Toader, A. Prechal, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-558/16
- Conclusie
A-G M. Szpunar
- Roepnaam
Mahnkopf
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:138, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 01‑03‑2018
- Wetingang
Art. 1 Europese erfrechtverordening
Essentie
Doris Margret Lisette Mahnkopf in tegenwoordigheid van: Sven Mahnkopf.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Kammergericht Berlin (Duitsland) bij beslissing van 25 oktober 2016.
Erfrechtverordening. Materieel toepassingsgebied; mogelijkheid om erfdeel langstlevende echtgenoot, waarin vermogensaanwas krachtens huwelijksvermogensrecht forfaitair is verrekend, in Europese erfrechtverklaring op te nemen.
Art. 1 lid 1 Erfrechtverordening moet aldus worden uitgelegd dat een nationale bepaling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die bij het overlijden van een van de echtgenoten voorziet in een forfaitaire verrekening van de vermogensaanwas ...