Cessie
Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/III.3.4.4.3:III.3.4.4.3 Variabel rentende vorderingen vs. vastrentende ABS
Cessie (O&R nr. 70) 2012/III.3.4.4.3
III.3.4.4.3 Variabel rentende vorderingen vs. vastrentende ABS
Documentgegevens:
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS356397:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie over ‘interest rate floors’: Bhattacharya 2001, p. 1317 e.v. En in het kader van securitisation: Fabozzi & Kothari 2008, p. 115 e.v.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
287. Renteswap of ‘interest rate floor’. De omgekeerde situatie kan zich eveneens voordoen. Variabel rentende vorderingen worden mogelijk geherfinancierd door middel van de uitgifte van ABS met een vaste rente. Het renterisico dat het SPV in dat geval loopt, i.e. het risico dat de variabele rente daalt beneden de vaste rente, kan wederom worden afgedekt met behulp van één of meer renteswaps. Behalve met behulp van een swap kan het renterisico mogelijk ook worden ondervangen doordat het SPV een zogenoemde interest rate floor aangaat. Indien de variabele rente op de geëffectiseerde vorderingen, die fungeert als de referentierente, daalt beneden een door partijen vastgestelde ‘floor rate’, welke is gerelateerd aan de vaste rente die op de ABS moet worden betaald, dan is de wederpartij van het SPV (de ‘floor writer’) gehouden het SPV (de ‘floor buyer’) het verschil te betalen tussen de referentierente en de ‘floor rate’. Als tegenprestatie betaalt het SPV zijn wederpartij een eenmalige vergoeding.1