Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en intrekking Richtlijn 2003/6/EG, enz. (Verordening marktmisbruik)
Artikel 25 Verplichting tot samenwerking
Geldend
Geldend van 02-07-2014 tot 04-12-2024
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten werken met elkaar en met ESMA samen wanneer dat nodig is voor de toepassing van deze verordening, tenzij één van de uitzonderingen in lid 2 van toepassing is. De bevoegde autoriteiten verlenen bijstand aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en aan ESMA. Met name wisselen zij zonder onnodige vertraging informatie uit en werken zij samen bij onderzoeks-, toezichts- en handhavingsactiviteiten.
De in de eerste alinea vastgelegde verplichting tot samenwerking en bijstand geldt tevens ten aanzien van de Commissie met betrekking tot de uitwisseling van informatie inzake grondstoffen die in bijlage I van het VWEU vermelde landbouwproducten zijn.
De bevoegde autoriteiten en ESMA werken samen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010, in het bijzonder artikel 35 daarvan.
Wanneer de lidstaten ervoor kiezen om overeenkomstig artikel 30, lid 1, tweede alinea, strafrechtelijke sancties vast te stellen voor inbreuken op de bepalingen van deze verordening die in dat artikel worden genoemd, zorgen zij ervoor dat de bevoegde autoriteiten via passende maatregelen over de nodige bevoegdheden beschikken om met de gerechtelijke autoriteiten in hun jurisdictie te communiceren en specifieke informatie te ontvangen over strafrechtelijke onderzoeken naar en procedures in verband met mogelijke inbreuken op deze verordening, en zorgen zij er daarnaast voor dat deze informatie wordt medegedeeld aan andere bevoegde autoriteiten en ESMA om aldus hun verplichting na te leven om voor de doeleinden van deze verordening met elkaar en met ESMA samen te werken.
2.
Een bevoegde autoriteit mag enkel in de hieronder vermelde buitengewone omstandigheden weigeren in te gaan op een verzoek om informatie of een verzoek om met een onderzoek mee te werken:
- a)
communicatie van de relevante informatie zou de veiligheid van de aangezochte lidstaat, en in het bijzonder de bestrijding van terrorisme en andere vormen van ernstige criminaliteit, negatief kunnen beïnvloeden,
- b)
ingaan op het verzoek zou eigen onderzoek- of handhavingsactiviteiten of, indien van toepassing, een strafrechtelijk onderzoek negatief kunnen beïnvloeden,
- c)
voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen is reeds een gerechtelijke procedure bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat ingeleid, of
- d)
voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen is in de aangezochte lidstaat reeds een definitieve uitspraak gedaan.
3.
De bevoegde autoriteiten en ESMA werken samen met het bij Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en de nationale regelgevende instanties van de lidstaten om ervoor te zorgen dat de toepasselijke regelgeving op gecoördineerde wijze wordt gehandhaafd wanneer transacties, handelsorders of andere handelingen of gedragingen betrekking hebben op een of meer financiële instrumenten waarop deze verordening van toepassing is en tevens op een of meer voor de groothandel bestemde energieproducten waarop de artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 van toepassing zijn. Bij de toepassing de van artikelen 6, 7 en 8 van deze verordening op financiële instrumenten die verband houden met voor de groothandel bestemde energieproducten houden de bevoegde autoriteiten rekening met de specifieke kenmerken van de definities in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en de artikelen 7, 8 en 12 van Verordening (EU) nr. 1227/2011.
4.
De bevoegde autoriteiten verstrekken op verzoek onmiddellijk alle inlichtingen die voor het in lid 1 genoemde doel noodzakelijk zijn.
5.
Wanneer een bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat er op het grondgebied van een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met de bepalingen van deze verordening, dan wel dat bepaalde handelingen van invloed zijn op financiële instrumenten die worden verhandeld op een handelsplatform in een andere lidstaat, geeft zij hiervan zo specifiek mogelijk kennis aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat, aan ESMA en, met betrekking tot energieproducten bestemd voor de groothandel, aan het ACER. De bevoegde autoriteiten van de verschillende betrokken lidstaten raadplegen elkaar, ESMA en, met betrekking tot energieproducten bestemd voor de groothandel, het ACER over de te treffen passende maatregelen en lichten elkaar in over relevante tussentijdse ontwikkelingen. Zij coördineren hun handelingen om mogelijke dubbele en overlappende maatregelen te voorkomen bij het opleggen van administratieve maatregelen, sancties, boeten en andere administratieve maatregelen op grensoverschrijdende gevallen overeenkomstig de artikelen 30 en 31 en zij staan elkaar bij de tenuitvoerlegging van hun besluiten bij.
6.
De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan om de bijstand van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verzoeken bij inspecties of onderzoeken ter plaatse.
Een verzoekende bevoegde autoriteit kan ESMA in kennis stellen van elk verzoek als bedoeld in de eerste alinea. Bij een onderzoek of inspectie met grensoverschrijdende gevolgen coördineert ESMA het onderzoek of de inspectie als een van de bevoegde autoriteiten daarom vraagt.
Wanneer een bevoegde autoriteit van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat een verzoek ontvangt tot het uitvoeren van een inspectie of onderzoek ter plaatse, kan zij als volgt handelen:
- a)
de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uitvoeren;
- b)
de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend toestaan om deel te nemen aan een inspectie of onderzoek ter plaatse;
- c)
de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend toestaan om de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uit te voeren;
- d)
accountants of deskundigen aanstellen om de inspectie of het onderzoek ter plaatse uit te voeren;
- e)
specifieke taken in verband met de toezichthoudende activiteiten gezamenlijk met de andere bevoegde autoriteiten verrichten.
De bevoegde autoriteiten kunnen met het oog op het vergemakkelijken van de inning van boeten ook met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten samenwerken.
7.
Onverminderd artikel 258 VWEU kan een bevoegde autoriteit waarvan een verzoek om inlichtingen of bijstand overeenkomstig de leden 1, 3, 4 en 5 niet binnen een redelijke termijn wordt gehonoreerd of waarvan een verzoek om inlichtingen of bijstand wordt afgewezen, deze afwijzing of dit verzuim binnen een redelijke termijn aanhangig maken bij ESMA.
In deze situaties kan ESMA optreden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, onverminderd de mogelijkheid van een optreden van ESMA overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
8.
De bevoegde autoriteiten werken samen en wisselen informatie uit met relevante nationale regelgevende instanties en regelgevende instanties van derde landen die verantwoordelijk zijn voor de gerelateerde spotmarkten indien er een redelijk vermoeden bestaat dat handelingen worden of zijn verricht die op grond van deze verordening handel met voorwetenschap, wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap of marktmisbruik inhouden. Door deze samenwerking wordt een geconsolideerd overzicht van de financiële en spotmarkten gewaarborgd, en kunnen markt- en grensoverschrijdende gevallen van marktmisbruik worden opgespoord en bestraft.
Met betrekking tot emissierechten worden de samenwerking en uitwisseling van informatie volgens de bepalingen van de voorafgaande alinea tevens gewaarborgd door middel van:
- a)
de veilingtoezichthouder, met betrekking tot veilingen van emissierechten of andere daarop gebaseerde geveilde producten die ingevolge Verordening (EU) nr. 1031/2010 zijn gehouden, en
- b)
bevoegde autoriteiten, registeradministrateurs waaronder de centrale administrateur en andere publieke organen die krachtens Richtlijn 2003/87/EG zijn belast met toezicht op de naleving.
ESMA vervult een faciliterende en coördinerende rol met betrekking tot de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten en regelgevende instanties in andere lidstaten en in derde landen. Bevoegde autoriteiten gaan overeenkomstig artikel 26 waar mogelijk samenwerkingsovereenkomsten aan met regelgevende instanties van derde landen die verantwoordelijk zijn voor de gerelateerde spotmarkten.
9.
Teneinde uniforme voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te verzekeren, ontwikkelt ESMA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ter bepaling van de procedures en formulieren voor informatie-uitwisseling en bijstand als bedoeld in dit artikel.
ESMA dient die voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).